eRIC COVID-19 Files #7. Peter de Wit: “Binnen no-time zouden er grote problemen ontstaan.”

Het is alweer de zevende aflevering van de eRIC COVID-19 files. De zomer is goed op weg, maar ondanks dat is het coronavirus nog niet op zijn retour! En daarom gaan de COVID files gewoon door, want er zijn nog zoveel verhalen om te delen. Onze hulp- en overheidsdiensten blijven zich inzetten voor de samenleving. Daarom dit keer een gesprek met Peter de Wit, Adviseur Incidentmanagement Water en Scheepvaart bij Rijkswaterstaat ook wel ‘afdeling nat’ genoemd.

Als landelijk adviseur is De Wit verbonden aan het bureau incidentmanagement water en scheepvaart binnen de operationele afdeling Verkeer- en Watermanagement (VWM) van Rijkswaterstaat. Hij houdt zich bezig met de operationele uitvoering van waterverontreiniging. Dat wil zeggen: het dagelijks beheer en onderhoud van al het oliebestrijdingsmateriaal. Daarnaast levert hij input en kennis voor de contracten die eindejaar gesloten worden met aannemers die de bestrijding uitvoeren.

Naast zijn werk bij het bureau incidentmanagement is Peter ook OVD’er. Daarom wordt zijn beroep als vitaal bestempeld. Dat betekent dat hij, wanneer het nodig is, op pad gaat. “Het is dus niet zo dat ik fulltime thuis zit, ik ben ook veel op het werk te vinden.” Vanwege de beperkingen rondom het coronavirus moet hij wel  wat creatiever te werk gaan.

Niet meer zomaar meevaren

Het meevaren op de schepen in het kader van gebiedsbekendheid, of overleg tijdens het varen is niet altijd mogelijk omdat er zo min mogelijk personeel aan boord mag. Alleen als het noodzakelijk is, mogen er mensen aan boord. De Wit: “Waar je bijvoorbeeld normaal even aan boord ging om wat te regelen, kan dat niet meer. Je bent veel meer overgeleverd aan de telefoon of het beeldbellen.”

Toch moeten De Wit en zijn collega’s bij incidenten wel echt boorden. “Dat geldt voor zowel voor onze eigen vaartuigen, als voor de incidentafhandeling. Zo was er bijvoorbeeld een tijd geleden een waterverontreiniging in de haven van Rotterdam, en in zo’n situatie werken we samen met de Officieren van Dienst van het Havenbedrijf. Je moet dan echt wel wennen aan een andere omgangsvorm. Je staat dan op een steiger te overleggen over wat je gaat doen. En in een krappe omgeving zoals op een schip is dat gewoon niet altijd mogelijk. Het vraagt net wat extra van je, maar twe vinden altijd wel een oplossing en we proberen het zo luchtig mogelijk te houden.”

De samenwerking met andere hulpdiensten leidt gelukkig niet onder de huidige situatie. Elk van de diensten is namelijk als vitaal bestempeld en moet het werk, en dus de onderlinge samenwerking, zoveel mogelijk door laten gaan. “Dat gebeurt in goed overleg. De praktijk laat zien dat met goede afspraken er nog prima kan worden samengewerkt in de incidentenafhandeling. Er verandert wat dat betreft dus vrij weinig: je staat er en zorgt ervoor dat de situatie zo snel mogelijk wordt opgelost.”

Nieuwe inzichten

In de afgelopen periode is het uitvoerende werk gewoon doorgegaan. Het kantoorwerk op locatie daarentegen is voor veel collega’s stil komen te liggen en werken nu vanuit huis. “Wij hebben te horen gekregen dat deze situatie nog een tijd kan duren. Daar moeten we naar kijken. Kunnen we omgaan met het ‘nieuwe normaal’? Je hebt te maken met nieuwe omgangsvormen.”

Het thuiswerken heeft De Wit anders naar thuiswerken laten kijken. “De vraag is nu: moeten we wel altijd naar kantoor? Want deze maatregelen hebben nauwelijks effect gehad op de continuïteit van onze operaties buiten.”

Dat heeft voor een groot deel te maken met het feit dat het werk van RWS onmisbaar is. Zodra zij haar taken neer zou moeten leggen, zou het onderhoud op de land- en waterwegen stil komen te staan. “Binnen no-time zouden er grote problemen ontstaan.”

Veranderingen

Waar hij echt grote veranderingen in ziet is de omgang met elkaar. “Ik zie een sterke opkomst van het digitaal overleggen en dat niet iedereen meer voor het kleinste overleg in de auto stapt. Dat heeft binnen no-time zijn vruchten afgeworpen. Want hoewel het inmiddels weer drukker is geworden op de weg, zijn er nog steeds weinig files door drukte.”

De situatie brengt dus ook kansen, zegt De Wit, die dan ook positief wil afsluiten: “Wat er ook gebeurt, incidentbestrijden wordt altijd zo goed mogelijk uitgevoerd. In iedere situatie blijft de samenwerking belangrijk en optimaal.”