“Civiele partners weten Defensie steeds beter te vinden”
De kracht van ‘Nationale Operaties’
Toen commodore Arnoud Stallmann in december 2019 plaatsvervangend directeur Operaties bij Defensie werd, was het voor hem een eyeopener hoeveel de diverse krijgsmachtonderdelen bijdragen aan crisisbeheersing en hulpverlening binnen Nederland. Goed om dat aan alle civiele ketenpartners in het veiligheidsdomein in samenhang te laten zien. Defensie pakt daarom fors uit tijdens eRIC 2020. Om het netwerk van civiel-militaire samenwerking verder te verstevigen en te laten zien wat Defensie allemaal in huis heeft.
Ondersteunende inzet aan het civiele veiligheidsdomein maakt deel uit van het taakveld ‘Nationale Operaties’. Het is de derde hoofdtaak van Defensie naast verdediging van het Nederlands grondgebied en het handhaven van de internationale rechtsorde. Arnoud Stallmann: “We beschikken over een flinke capaciteit aan goed opgeleid en getraind personeel en hoogwaardig specialistisch materieel op het land, op het water en in de lucht. De krijgsmacht moderniseert en innoveert voortdurend en de capaciteiten en specialismen die we voor onze militaire taken in huis hebben, zijn ook uitstekend toepasbaar voor veiligheidsoperaties binnen Nederland. Ik merk dat de politie en de veiligheidsregio’s binnen de kaders van civiel-militaire samenwerking steeds vaker een beroep op ons doen. De reden is dat wij capaciteit en faciliteiten in huis hebben die elders in Nederland niet beschikbaar of schaars zijn.”
Structureel en incidenteel
Stallmann maakt onderscheid in structurele Defensieondersteuning en incidentele taken. De veel voorkomende structurele inzet is doorgaans wat onderbelicht, stelt hij vast. Hij benoemt onder andere de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) die jaarlijks talloze malen in actie komt voor het opruimen van oude oorlogsprojectielen. Maar ook bij incidenten met criminele intenties is de kennis en kunde van de EODD inmiddels onmisbaar geworden. Zo heeft de EODD bij recente gebeurtenissen als plofkraken, bombrieven en op straat gedeponeerde handgranaten zijn meerwaarde bewezen bij het veilig onderzoeken en onschadelijk maken van explosieven en projectielen.
Stallmann: “Andere voorbeelden van structurele ondersteuning zijn de Koninklijke Marechaussee, de Kustwacht, ‘Quick Reaction Alert’ met twee parate F16’s, samen met de Belgische luchtmacht, de Luchtverkeersleiding in Nederland en onze bijdrage aan de Dienst Speciale Interventies, DSI. Die heeft wel een politie-uitstraling, maar bestaat deels uit mensen van Defensie. Een belangrijk specialisme bij overheidsoptreden in het hogere geweldsspectrum, zoals bij terroristische dreigingen. Naast die structurele inzet kennen we incidentele ondersteuningstaken. Zoals de inzet van luchtmachthelikopters met Bambi-buckets bij natuurbrandbestrijding, maar ook de inzet van ‘search teams’ bij forensische opsporingsoperaties van de politie. Wij hebben specialisten met uitrusting die uitstekend in staat zijn verborgen ruimten, materialen en personen op te sporen. Drugslaboratoria en hennepkwekerijen bijvoorbeeld.”
Drones
Ook drone-ondersteuning wordt frequent aangevraagd ter ondersteuning van met name de politie, bij opsporings- en observatieacties. “We beschikken over micro-drones vanaf enkele centimeters grootte, die zelfs binnen gebouwen kunnen worden ingezet en uiteenlopende grotere ‘Unmanned Air Vehicles’. Tijdens het drone-demonstratieprogramma op eRIC laten we onze partners graag zien welke mogelijkheden Defensie op dit gebied kan bieden. Voor alle inzet van Defensie bij civiele crisisbeheersingsoperaties geldt: Defensie doet niets zelf en neemt geen taken over. Wij stellen aanvullende capaciteiten en kennis beschikbaar aan onze partners, maar al onze ondersteuning vindt plaats onder gezag van de veiligheidsregio’s, de politie of andere civiele overheden die een beroep op ons doen. Dat is de kern van de samenwerking!”
Wederkerigheid
Die boodschap wil Defensie benadrukken met haar aanwezigheid op de eRIC-vakbeurs. Een bijdrage die de organisatie tijd, menskracht en energie kost. “Maar die kan Defensie verantwoorden”, stelt Stallmann. “Want we kunnen onze bijdrage aan eRIC deels ‘boeken’ als uren voor oefening en training. Het is voor ons heel belangrijk om als structurele veiligheidspartner aanwezig te zijn op zo’n belangrijk vakevenement waar ook al onze partners zijn. Daarbij geldt dat wij niet alleen kennis en informatie komen brengen, maar ook komen halen. Want wij kunnen ook van onze civiele partners leren. Die wederkerigheid zien we ook bij operaties. Wij hebben specifieke kennis, capaciteiten en doorzettingsmacht om civiele overheden te ondersteunen, maar andersom hebben wij die civiele partners ook nodig ter ondersteuning van onze andere kerntaken. Een voorbeeld: binnenkort start de grote internationale oefening ‘Defender 2020’. Nederland treedt dan op als ‘host nation’ voor het vervoer van enorme hoeveelheden buitenlands legermaterieel en –personeel. Vooral vanuit de VS. Er vinden dan dagenlang grote logistieke operaties plaats in Nederlandse havens en op de weg en het spoor. Daar hebben wij de ondersteuning van civiele partners als Rijkswaterstaat en de politie nadrukkelijk bij nodig. Kort samengevat: civiel-militaire samenwerking gaat twee kanten op. We doen het sámen!”
Defensie toont tijdens eRIC een keur aan materieel, waaronder diverse voertuigen van bedrijfsbrandweerkorpsen van land- en luchtmacht, drones en een Bambi-bucket. Daarnaast zijn ook uiteenlopende elektrische voertuigen te zien, een proeve van het feit dat ook Defensie haar wagenpark vergroent. Bijzondere specialismen op de Defensiestand zijn de EODD en de CBRN- responseenheid en –ontsmettingseenheid.
RMOA: schakelpunt tussen militair en civiel
Een belangrijk schakelpunt tussen de veiligheidsregio’s en Defensie is de regionaal Militair Operationeel Adviseur (RMOA). Hebben civiele autoriteiten bij een incident of crisis behoefte aan militaire ondersteuning, dan is deze functionaris hun eerste aanspreekpunt. Elke veiligheidsregio heeft een eigen RMOA. Peter Butter is als reservist in die functie verbonden aan de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. “Onze taak is de ondersteuningsbehoefte van de regio te vertalen in de juiste inzet van mensen en middelen. Dat begint met de juiste vraagstelling van de veiligheidsregio: welk probleem moet worden opgelost en welk effect moet worden bereikt? Zoeken naar verdwenen personen of verborgen ruimten? Een logistiek probleem? Of is luchtondersteuning bij het blussen van een natuurbrand? Als de RMOA zo’n verzoek binnen krijgt, zoekt hij snel uit welke mensen en middelen geschikt zijn om de klus te klaren, of die capaciteit beschikbaar is én of de inzet past binnen het mandaat voor civiel-militaire samenwerking. Die vertaalslag kunnen we heel snel maken. De ervaring is dat de RMOA bijdraagt aan een soepele afstemming tussen civiel en militair.“
Reactie toevoegen