Geplaatst door: eRIC

COVID-19 files #10. C-LAS Martin Wijnen: “Het bestrijden van een ramp of calamiteit vereist een whole of government approach.’’

DISCLAIMER: Waar we in de zomer nog dachten dat de coronacrisis onder controle was, laait het nu weer op. Vandaar dat we de eRIC COVID-files doorzetten. De komende weken publiceren we een aantal plankartikelen. Dit interview is afgenomen op 29 juli 2020.

Het is eind juli 2020. Na een dreiging van een tweede coronagolf, lijkt het gevaar voorlopig geweken. Een hittegolf en de aanstaande verkiezingen in de VS nemen daarom even de headlines van COVID-19 over in het nieuws. Dat biedt ons wat ruimte om heel voorzichtig de balans op te maken. Om dat te doen schuift luitenant-generaal Martin Wijnen aan. Als Commandant Landstrijdkrachten blikt hij terug op begin 2020 en vertelt ons waar hij denkt dat we (met zijn allen) naartoe moeten bewegen.

Begin 2020: Landmacht bereidt zich voor op oefening, of toch niet…

Rond de jaarwisseling voelde de crisis nog ver weg, schetst Wijnen: “Destijds zagen we COVID als een soort vogelgriep. We dachten toen niet dat het ons zo hard zou raken.” Toch was de overheid volgens hem op de achtergrond al druk bezig. “Je moet voorbereid zijn, maar tegelijkertijd wil je geen paniek zaaien.”

Voor de landmacht lag de focus vlak voor de uitbraak echter nog vooral op andere dingen. “De VS en enkele bondgenoten wilden met de oefening Defender 20 laten zien hoe snel zij versterkingen naar Europa kunnen brengen voor de verdediging van het Europese grondgebied. Duizenden voertuigen en tienduizenden troepen zouden zich via West-Europa naar de Oostgrens van het NAVO-bondgenootschap verplaatsen. Nederland vormt dan een logistiek knooppunt en ons net opgerichte Territoriaal Operatiecentrum coördineert de militaire activiteiten in Nederland, de zogenaamde Host Nation Support.”

Grootschalige, internationale militaire operaties vragen veel afstemming, ook op het hoogste niveau. “Zodoende zat ik op 6 maart in Wiesbaden in een conferentie met de commandant van de US-Army in Europe en alle andere commandanten die betrokken waren bij de oefening,” vertelt Wijnen. “Ook mijn Italiaanse collega was aanwezig. En in de avond van 7 maart kreeg ik bericht dat hij positief was getest op corona, terwijl ik hem de dag daarvoor nog de hand had geschud... Dat werd een soort ‘lockdown-avant-la-lettre’ voor ons.” Zo werd de crisis direct voelbaar voor de baas van de landmacht.

Last organization standing

Vanaf dat moment ging het snel. Het virus verspreidde zich in hoog tempo en als gevolg daarvan ging op 12 maart 2020 heel Nederland in lockdown. Hier was dan ook geen sprake van een variant van een vogelgriepje, maar van een virus van wereldschokkend formaat. 

Alle zeilen werden bijgezet. Ziekenhuizen dreigden overvol te raken. Met man en macht werd gewerkt aan oplossingen en al gauw volgde het beroep op Defensie, met name de Koninklijke Landmacht, waar veel bruikbare capaciteiten en kwaliteiten voor inzet in Nederland zitten. Als commandant van die landmacht onderkent Wijnen meerdere invalshoeken voor crisisresponse. Naast het leveren van militaire bijstand aan de civiele overheid bij zo’n ramp of crisissituatie, moet de landmacht namelijk ook een bijdrage blijven leveren aan de bescherming van ons grondgebied en bondgenoten en aan het bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit.

“We kijken altijd vanuit die drie kerntaken van Defensie hoe een bepaalde (crisis)situatie de (inter)nationale veiligheid beïnvloedt en welke rol Defensie dan mogelijk inneemt,” vertelt de generaal, om vervolgens toe te lichten; “In het geval van oorlog is die rol duidelijk: Defensie zet wapensystemen in en stuurt manschappen om het gevaar het hoofd te bieden. In het geval van corona is dat natuurlijk anders. We moeten dan hulp bieden vanuit de derde kerntaak: het leveren van bijstand bij rampen en crisissituaties. Deze derde kerntaak laat zien dat we dus ook een ondersteunende rol voor de samenleving hebben in Nederland.” 

Als ‘vraaggestuurde’ organisatie, komt Defensie niet zelfstandig in actie zodra er een crisis uitbreekt. “We dienen als laatste redmiddel, wanneer de samenleving het zelf niet meer kan bolwerken. Om dan te hulp te schieten,” zo zegt de generaal. “We hebben tijdens deze crisis echt kunnen laten zien wat het betekent om die last organization standing te zijn in het netwerk van de civiele instanties. En natuurlijk gaan we niet zitten afwachten tot het zover is. We kijken proactief mee aan de voorkant. Dat is belangrijk omdat het voor civiele instanties niet altijd duidelijk is wat voor capaciteiten wij hebben en je wilt wel dat we het optimale effect leveren met onze mensen, middelen en manier van werken.” 

Een adviserende en ondersteunende rol

Op welke manier werd die bijstand dan geleverd? De generaal legt uit dat toen naar oplossingen werd gezocht, zijn militairen bijvoorbeeld best-practices uit eerdere missies aandroegen. De kennis en kunde die tijdens missies in uiteenlopende crisishaarden zijn opgedaan, blijken namelijk vaak goed te gebruiken, onder meer bij de ondersteuning van de ziekenhuizen. 

Generaal Wijnen: “Zo kennen wij het patient coordination evacuation cell (PCEC). Stel je voor, we moeten in het hoger geweldsspectrum opereren. Er staan dan verschillende veldhospitalen opgesteld die we kunnen opschalen. Als er een troops in contact situation is geweest, worden de gewonden afgevoerd naar het dichtstbijzijnde hospitaal. Zodra daar de capaciteit niet meer toereikend is, activeren we een logistiek systeem dat de verdeling van patiënten over alle veldhospitalen overziet en beheerst, zodat wanneer er een nieuw incident plaatsvindt, je weer kunt afvoeren.” 

“Dat systeem hebben wij als grondslag meegegeven aan het Landelijk Coördinatiecentrum voor Patiënten Spreiding (LCPS) in het Erasmus MC in Rotterdam. Deze methodiek was bij de witte kolom (de ziekenhuizen) nog niet bekend en wij konden daarin dus ondersteunen en adviseren.”

Hulp op verschillende fronten

Naast het geven van advies en het ondersteunen van de verdeling van de covid-patiënten over de ziekenhuizen, is militair-medisch personeel verdeeld over de ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en woonzorgcentra. Dat was nog niet alles. Toen bleek dat de voedselbanken door besmetting van eigen personeel zichzelf niet meer draaiende konden houden, hielp de landmacht ook met het verdelen van voedselpakketten bij de voedselbanken. Defensie bood dus civiele hulp op meerdere fronten. 

Volgens generaal Wijnen maakt Defensie juist het verschil door best-practices, methodieken en extra capaciteiten in te brengen; “Maar wel altijd onder het gezag van de civiele kolom waarin wordt gewerkt.” Het bieden van steun gebeurt nooit onder eigen gezag. Op het moment dat Defensie hulp biedt, valt de organisatie onder het gezag van de burgemeester, de veiligheidsregio of de desbetreffende kolom. 

Tweede golf

Op dit moment wordt de samenwerking tussen de civiele diensten en de groene kolom ten tijde van de eerste coronagolf geëvalueerd. Generaal Wijnen: “Wat ik heb meegegeven is dat het bestrijden van een ramp of calamiteit een whole of government approach moet zijn. Het beste uit de overheid moet dan worden bijgeschakeld.”

Als er nu een tweede golf komt, is Nederland echt beter voorbereid, stelt de generaal. “Op het moment dat er een tweede golf komt schalen we op. Veel civiele hulpdiensten en Defensie staan momenteel op een waakstand en kunnen nu sneller in actie komen. Interessant wordt het als zich tegelijkertijd een andere calamiteit voordoet. Dan is de vraag of je in staat bent om flexibel te handelen.” En zo’n andere calamiteit hoeft niet persé van binnenuit komen, het kan ook op internationaal niveau plaatsvinden.

Internationale betrekkingen

Het is volgens Wijnen dan ook belangrijk om verder te blijven kijken dan de eigen landsgrenzen. Hij schetst hoe de coronacrisis de internationale betrekkingen – en daarmee de internationale stabiliteit – heeft beïnvloed. “In het begin van de crisis zag je dat Rusland en China artsen naar omringende landen stuurden ter ondersteuning. Zo probeerden ze in hun eigen achtertuin sympathie te wekken. Achter dergelijke acties zit altijd een strategische boodschap. Het doel kan zijn om de invloedssfeer te vergroten, met mogelijke internationale instabiliteit als gevolg. Wanneer een land zijn invloed uitbreidt kan dat namelijk een ontwrichtende werking hebben op lokaal, nationaal of internationaal niveau.”

Om niet alleen de (internationale) veiligheid en stabiliteit, maar ook het eigen grondgebied en dat van bondgenoten te beschermen, is het volgens Wijnen nodig om te monitoren hoe andere landen met deze crisis omgaan. “We kijken dus aan de ene kant in welke mate zij in staat zijn om medisch de crisis te beheersen. Aan de andere kant kijken we wat voor effect die maatregelen hebben op de sociaal-economische gesteldheid van dat land en de omringende landen.” 

Een ander fenomeen dat de landmachtcommandant de kop ziet opsteken, speelt zich af binnen het eigen land, maar wordt soms gevoed vanuit buiten: “Je ziet dat dit soort crises vaak voedingsbodem zijn voor samenzweringstheorieën. Op sociale media gaat dat gemakkelijk een eigen leven leiden. Dat kan een effect hebben op de veiligheid in brede zin op lokaal niveau en op global-scale zie je die effecten alleen maar uitvergroot. Deze moeten daarom evengoed gemonitord worden om nationale veiligheid en stabiliteit de borgen.”

Globalisering en afhankelijkheid

Het bewaken van de veiligheid en stabiliteit van een land is zeker niet alleen een militaire aangelegenheid. Kijk maar naar het tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen waar Nederland mee te kampen heeft gehad. Dat ligt volgens de generaal onder andere aan het feit dat we in een geglobaliseerde vrijemarkteconomie leven.

“In een vrijemarkteconomie wordt het liefst met een kleine overheid gewerkt. Maar een kleine overheid zonder voorraden maakt een staat wel kwetsbaar voor een dergelijke crisis. Een deel van de discussie zal daarom zijn, of ‘zou moeten zijn’, of de overheid in staat is Nederland veilig te houden, tegen bijvoorbeeld een gezondheidscrisis. Als bevonden wordt dat dit niet zo is, zal de overheid zich meer moeten inmengen, en misschien voorraden gaan aanleggen. Zo bouw je de weerbaarheid op die een samenleving crisisbestendig maakt.” Waar en wat die voorraden dan moeten zijn, is volgens de generaal voer voor specialisten. 

Met andere woorden: de geglobaliseerde vrijemarkteconomie maakt volgens Wijnen dat je als land afhankelijk wordt van andere landen. En afhankelijkheden zijn kwetsbaarheden. Je moet volgens de landmachtcommandant als staat daarom goed nadenken over de afhankelijkheden die je hebt en of je de kwetsbaarheden die daarbij komen kijken wilt accepteren. “Zo laten we kinderspeelgoed uit allerlei landen komen, want het risico dat daaraan kleeft, vinden we aanvaardbaar. Maar wanneer het gaat om persoonlijke beschermingsmiddelen, wordt het toch een ander verhaal. Wil je dan afhankelijk zijn, of kun je beter een eigen capaciteit creëren of voorraad aanleggen?” 

“Wees weerbaar en handel snel”

“Wat ik hier schets, is niets meer dan het resultaat van een zuivere risico-afweging. Het is een efficiency vraagstuk waarbij je moet afwegen of je strategisch kunt opschalen als processen inderdaad worden verstoord. Als overheid moet je jezelf ook altijd de vraag stellen of je Nederland de bescherming kunt bieden die het verdient ten tijde van crises. Hoe dek je die risico’s af? Dat zal wat extra geld kosten, maar het is de discussie absoluut waard. Ongetwijfeld gaat het coronavraagstuk deel uitmaken van de verkiezingen van volgend jaar, en terecht.” 

Generaal Wijnen’s boodschap is dan ook: “Wees aan de ene kant weerbaar. En wees aan de andere kant een stuk flexibeler om rampen en crises te kunnen bestrijden. Om dat te zijn, moeten ook de ontwikkelings- en innovatiesnelheid omhoog. Dat is in 2020 alleen nog maar meer aan het licht gekomen. Het is als met de wet van Moore: iedere twee jaar verdubbelt de rekensnelheid.” 

“Crises verspreiden zich ook veel sneller, vanwege globalisering, digitalisering en informatisering. Daar moeten we beter op anticiperen: we moeten gewoon sneller worden. We moeten ook sneller kunnen reorganiseren en hergroeperen en we moeten op basis van goede informatie gerichter kunnen ingrijpen.”

eRIC COVID-19

Reactie toevoegen